VVD VERWIJT COLLEGE FINANCIEEL OPPORTUNISME

Al in 2018 bij de behandeling van de Begroting 2019 werd de Raad onaangenaam verrast door een enorme tegenvaller. Desondanks vond de Raad het verantwoord om een gedeelte van de investeringsagenda goed te keuren. Immers, dit was een eenmalige gebeurtenis en er lagen betere tijden in het verschiet. Financieel VVD-specialist Johan Scheltens gaf toen al een waarschuwend signaal af. Johan Scheltens: “Inmiddels weten we wel beter. De tegenslagen zijn niet incidenteel maar structureel. Daar hoefde je - ook toen al - geen helderziende voor te zijn.”

Deze rooskleurige kijk van het College stuit hem dan ook behoorlijk tegen de borst: “Het financieel beheer van dit College wordt gekenmerkt door opportunisme.  Als je zo snel en zo vaak wordt achterhaald door de werkelijkheid, dan is je kijk op de werkelijkheid waarschijnlijk te rooskleurig. Het College kan zich niet blijven verschuilen achter tegenvallers. Vooral niet als je ze kunt zien aankomen. Dan moet de tering naar de nering gezet worden. Dan moet er een heel ander beleid komen.”

 

Nu moet er 12 miljoen euro bezuinigd worden. De oplossingen van het College zijn echter niet die van de VVD. Bij wijze van voorschot noemde Johan al een paar mogelijkheden. Volgens hem niet alleen redelijke alternatieven, maar ook structurele oplossingen. Johan: “We willen geen bezuiniging op het EOP-budget, geen sluiting gemeentewinkels, geen stopzetting subsidie SMRE (Emmen maak met mee) geen taakstelling Sport, geen verlaging budget Veiligheidsplan, geen verhoging OZB met bijna 10% en geen sluiting van de openbare fietsenstalling.”

 

Maar ja, wie aangeeft wat ‘ie niet wil, moet ook aangeven wat ‘ie wel wil. Da’s volgens de VVD wel helder. Johan: “Forse vermindering of misschien wel opheffing van het budget voor buurtsportcoaches, extra bezuiniging van het SAM-beleid, sterk verminderde bijdrage gemeenschappelijke regelingen, bezuiniging op Kunst en Educatie, geen nieuwbouw van het CBK en een duidelijke taakstelling op het Sociaal Cultureel Werk en het Algemeen Maatschappelijk Werk. Maar daarvan moeten de buurthuizen gevrijwaard blijven.”